Voor- en tegenspoed
Foto bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan: Van Kessel zittend in het midden.
Van Kessel was de deskundige. Tegen de boeren zei hij op de eerste Jaarvergadering in 1908:
“Ik geloof niet teveel te zeggen als ik beweer dat dit verslag voor de deelnemers een reden
is tot geruststelling en tevredenheid. Laten wij hopen nog een lange en schoone toekomst tegemoet te gaan”.
Toch was men niet altijd zo eensgezind. Want wie beslist er bijvoorbeeld over de salarisverhoging van de
directeur: het bestuur of de leden? De geestelijk adviseur moest de vergadering wel eens tot rust en
kalmte manen. Eenmaal heeft Van Kessel zijn ontslagbrief (1915) geschreven. Het werd hem allemaal wat te veel!
Ook de staking van de melkrijders (1917) was een moeilijk moment in zijn loopbaan. Lees in Leve de stoom! hoe dit afliep.
Rond 1920 deed de elektriciteit haar intrede en zou tot grote veranderingen leiden. De voortgaande mechanisatie
had ook wel zijn keerzijde. Kleine en grotere ongelukken vonden plaats. Een dodelijk ongeval gebeurde in 1929
toen botermaker Frans Pulles gegrepen werd door een draaiende boterkarn.
Het vijfentwintig jarige bestaan werd in 1930 op bescheiden wijze gevierd. De Echo van het Zuiden
berichtte dat de fabriek in Drunen “een van de modernste en beste hygiënisch ingerichte boterfabrieken
uit de gehele omgeving is”.
Bij deze gelegenheid kreeg hij een geschilderd portret aangeboden door de schilder Pieter Geraedts (Velp, 5 juni 1911 - Leiden, 20 maart 1978). Geraedts was een Nederlands kunstschilder, beeldhouwer en glazenier |
---|
De strijd met de margarine-industrie ging onverminderd door. “Wie enigszins bekend is met de buitengewone voedingswaarde van de natuurboter, zal geen andere boter meer willen, wijl natuurboter nu eenmaal niet is te vervangen”, schreef men in de krant.